Alkmaar is gebouwd op een oude strandwal, die loopt van Beverwijk, Castricum, Limmen naar Heiloo en Alkmaar en zodoende goed bereikbaar voor Graaf Willem II. Hij geeft Alkmaar in 1254 stadsrechten. De stad wordt een uitvalsbasis tegen de Friezen, die geen belasting betalen. In januari 1256 trekt Willem II met zijn soldaten het moerassige veengebied in. Hij raakt afgedwaald van zijn soldaten, komt in een moeras terecht en wordt vermoord.
Zijn zoon Floris V is vriendelijk en geeft de Friezen allerlei rechten. Hij heeft oog voor de wateroverlast. Floris V verdeelt West-Friesland in Ambachten en elk Ambacht weer in Koggen. Een Kogge bestaat uit minstens vijf dorpen en die verantwoordelijk zijn voor een stuk Omringdijk. Medemblik ligt in Ambacht `De Vier Noorderkoggen` en Alkmaar ligt in het Geestmer Ambacht. Floris V bouwt dwangburchten langs de Omringdijk zoals kasteel Radboud, naar de geliefde Friese leider. De dijk is ook een weg voor zijn soldaten. In 1500 wordt het Waterschap opgericht en betaalt men `Waterschapslasten`.
Molens
Boven Alkmaar ligt een veengebied waar men overtollig water in de Bergermeer schept. De Bergermeer loost bij laag water het water via de Lange Sloot en de Rekere in de Noordzee. De monniken van Egmond hebben wateroverlast op hun akkers en leggen rond 1100 de Nesdijk en Heilooërdijk aan. In de 12e eeuw komen de standaard graanmolens in ons land. In de 14e eeuw komt er een kleiner type met scheprad, de waterwipmolen. Boven Alkmaar zijn er twee polders, de Wezenpolder en de Kijfpolder, zo genoemd door ruzie over wateroverlast. In 1525 komen er twee poldermolens bij de Bergermeer om extra water in zee te kunnen lozen en 40 jaar later pompen zes molens de Berger- en Egmondermeer droog. Er komt een extra vaart naar de Singel van Alkmaar door de Kijfpolder waar het water door de stad stroomt naar de zeesluizen van Edam. De meren worden zo steeds meer geschikter voor veeteelt en landbouw in de toekomst. Na de Kijfpolder en de Vredepolder wordt ook het Zwijnsmeer drooggelegd, nu Oudorperpolder. In 1573 zet het Spaanse leger zijn kanonnen in de Zwijnsmeer, want daar zijn geen stadsmuren. De Spanjaarden moesten het beleg opgeven nadat Willem van Oranje opdracht had gegeven dijken door te steken.
In 1771 bouwt Bobeldijk “De Eendracht”. De drie polders worden watertechnisch met elkaar verbonden tot “De Eendrachtspolder”. Het is een ronde grondzeiler met een riet gedekte kap en rollen kruiwerk en een staart met kruirad, een buitenkruier. Een gevlucht van 17,5 m. Een scheprad met een diameter van 3,90 m en 30 cm breed dient het water zo’n 65 cm op te voeren in de Hoevervaart. Zusjes daarvan zijn: korenmolen “De Groot” ook wel de Molen van Piet (1769) genoemd en korenmolen “Kijkduin” te Schoorl (1772). De enige gemetselde molens van Noord-Holland.
Éen gulden
Nu hoeft men maar één molen te onderhouden en één molenaar te betalen. De molenaar woont in een huisje achter de molen, dat in 1932 verbrand. Men is dan reeds overgegaan op elektrische bemaling . Daarnaast is er “ontpoldering” door het aanleggen van de spoorlijn en station in 1865, een industrieterrein, een gasfabriek en woonbuurten zoals rond 1900 de Spoorbuurt, de Wognumse buurt, Bleaukwartier, het Rembrandtkwartier en in 1942 de Bergerhof. De molen hoeft steeds minder te draaien. Na 1945 is de molen buiten gebruik. Men houdt geen rekening met de wind-biotoop en bouwt er lustig op los. De molen wordt een wrak en in 1952 voor één gulden verkocht aan de gemeente Alkmaar. Vervolgens wordt de molen enkele malen gerestaureerd. Er werd echter niet gedraaid.
De molen is opslag voor de plantsoenendienst, clubhuis voor een scoutinggroep en schuilplaats voor schapen en varkens. Na een nieuwe restauratie in 1974 gaat de Alkmaarse Molenvereniging een jaar later aan de slag met de molen en op 7 mei 1976 gaat een vrijwillig molenaar officieel met de molen draaien. Ook andere molens gaan weer draaien zoals die aan de Zeswielen.
Onderhoud
In 1980 is er toch weer onderhoud. De lange spruit en de schoren moeten vernieuwd worden. De molenaar houdt van antieke schaatsen er komt een schaatsmuseum in de molen. In 1987 krijgt de molen een teller, 300 omwentelingen levert fl. 1,00 draaipremie van de provincie voor onderhoudskosten. In 1993 zijn er twee nieuwe molenaars. Er wordt wat vaker gedraaid, maar 44 jaar stil staan en 20 jaar weinig draaien, heeft de molen geen goed gedaan.
Omdat de Alkmaarse molens belangrijk zijn voor het stadsbeeld krijgt de molen in 1997 weer een werkend scheprad en is weer maalvaardig. Echter er is weinig water waardoor het slootje wordt uitgediept. Om het water op een goed peil te houden voor de huizen van de Bergerhof, kan de molenaar via een leiding in een dijkje het waterpeil op het juiste niveau houden en toch een draaiende en werkende molen aan zijn bezoekers laten zien. De molen kan echter alleen draaien bij een goede wind vanaf de twee vaarten. Met een vaste baan heb je dan alleen keus op zaterdag of zondag. Molenaar de Vos deed in 2011 dan ook een oproep voor een molenaar, die altijd kon draaien als de wind gunstig was. Als bijna gepensioneerd onderwijzer was Hans van der Klein drie dagen actief voor het schoolbestuur, maar kon zijn eigen werktijd bepalen.
‘Met ondersteuning van de gemeente heb ik een educatieve werkplek gemaakt , waar ik leerlingen van lager en voortgezet onderwijs help met het maken van een werkstuk of een spreekbeurt. Een tweetal leerlingen zijn ondertussen vrijwillig molenaar. Daarnaast geef ik gastlessen op scholen en lezingen voor verenigingen over Het ontstaan van Nederland en Molens, De Zuiderzeewerken en Kazemattenmuseum Kornwerderzand’, aldus Van der Klein.
Jubileum
Het onderhoud van de molen is ook op peil. De afgelopen tien jaar is er geschilderd, gevoegd, een nieuwe lange spruit, staartbalk en schoren en zeilen. Dit jaar viert “De Eendracht” haar 250 jarig jubileum. Sinds 2014 is het team uitgebreid met molenaar Greetje Steernberg. Ze woont vlak bij de molen en dat is heel handig als de molenmaker of zeilmaker langs komt.
Bovenstaand artikel is afgelopen maand gepubliceerd in onze krant Update welke elk kwartaal verschijnt in de HAL-regio (Heerhugowaard/Alkmaar/Langedijk)